ARMS OF SEIGNEUR DE HARINGCARSPEL


 

Oudtijds had de Heer van Haringcarspel het recht om de pastoor van de parochiekerk, de St. Christinakerk, ter benoeming voor te dragen aan de bisschop van Utrecht (later die van Haarlem), het zgn. personaatsrecht. Strikt genomen stelde hij alleen telkens de pastoriegoederen en het kerkgebouw ter beschikking en deed de bisschop de benoeming. De Heren (later Graven) van Egmond, die tevens o.a. Heer van Haringcarspel waren,  hadden dat recht omdat zij ooit de bouw van de kerk als zgn. eigen kerk bekostigd hadden. In dit systeem had de bisschop het laatste woord. Tijdens de reformatie veranderde dit recht van voordracht in een zgn. recht van collatie, waarbij de Heer als collator de voordracht tot benoeming van een predikant van de eerwaarde kerkenraad al dan niet kon bekrachtigen (het zgn. handopening verlenen) zodat hij in het nieuwe systeem het laatste woord kreeg, waardoor zijn macht in kerkelijke zaken aanmerkelijk toenam. Inmiddels waren de (katholieke) Egmonds verdwenen en was de heerlijkheid door aankoop in het bezit van gereformeerde families gekomen. De lokale kerk was na de alteratie exclusief bestemd voor de protestantse eredienst. Op het inmiddels hervormde kerkhof mochten katholieken en anders gelovigen wel nog begraven worden als zij maar de aanwijzingen van de koster volgden.

 

In Dirkshorn had een katholieke kapel gestaan. Mogelijk is de herinnering aan die verdwenen kapel de reden dat werd besloten tot de bouw van een uiteraard protestantse kerk aldaar. Deze ressorteerde echter onder dezelfde kerkenraad als in het eigenlijke Haringcarspel, de huidige Kerkebuurt, waar als hoofdkerk de Christinakerk stond en daardoor was ook de predikant dezelfde persoon, die dus des zondags twee diensten moest leiden, waarover nog problemen zouden ontstaan. De drijvende kracht achter de bouw van deze tweede kerk is waarschijnlijk de toenmalige Heer van Haringcarspel geweest, die zich jonkheer Jacob der Moere noemde. Deze actieve belangstelling voor het geestelijke heil van de inwoners van Harenkarspel strekt hem tot eer. Hij wilde echter ook wel graag weten, wat hij zoal voor zijn heerlijkheid deed. Hij organiseerde daarom waarschijnlijk zelf dat de "buren" van zijn heerlijkheid hem met een gedenksteen eerden. Het ligt immers niet voor de hand dat de dorpsbestuurders de schaarse dorpsmiddelen aanwendden voor dit kostbare eerbewijs. Hoe het ook zij, er kwam een indrukwekkende stenen dankbetuiging aan de Heer en Vrouwe van Haringcarspel, versierd met hun geslachtswapens, in de kerk te staan. Die kerk stond vlakbij de huidige hervormde kerk van Dirkshorn. In het midden van de 19de eeuw  is er nl. een nieuwe hervormde kerk gebouwd, ter vervanging van de oorspronkelijke, die bouwvallig was geworden. Toen is de 17de eeuwse gedenksteen overgebracht naar de huidige kerk. In het portaal staat deze opvallende steen, het laatste 17de eeuwse stenen monument dat in het oude Haringcarspel resteert. De huidige kerk herbergt ook het 17de eeuwse orgel, waarop nog de familienaam staat van allen die destijds de bouw bekostigd hebben en er hangen enkel 17de eeuwse gebedsborden. Ook het avondmaalszilver toont nog o.a. het wapen van de familie van der Moere, die de kerk met deze zilverwaar begiftigd heeft.

 

Jacob van der Moere heeft zich ook anderszins als een goed Heer in godsdienstige zaken opgesteld. De bevolking van Harenkarspel was voor ongeveer wat meer dan de helft katholiek. Aan de Kalverdijk ontstond na de confiscatie van de St. Christinakerk een roomse statie met een bescheiden ruimte voor de eredienst, toegewijd aan St. Jacobus de Meerdere. Van der Moere heeft kennelijk besloten om dat te gedogen, iets dat gunstig afsteekt bij de aanpak in bijv. de Niedorpen, waar de pastoor levensbedreigend werd mishandeld op last van de baljuw. Van waardering voor de katholieke kerk zal van der Moere als kerkmeester van de hervormde Laurenskerk in Alkmaar niet gemakkelijk beschuldigd kunnen worden, maar hij heeft zijn weerzin niet zijn politieke oordeel laten bepalen en gekozen voor coëxistentie en wat dat betreft kunnen sommigen nog iets van hem leren.

 

In het portaal van de hervormde kerk in Dirkshorn treft dus de bezoeker een gedenksteen aan voorzien van de alliantiewapens van Jacob van der Moere en zijn echtgenote Christina... de Bye. De Historische Vereniging Harenkarspel heeft het loffelijke initiatief genomen om deze steen te doen restaureren en heeft de gelden weten vinden om deze restauratie te bekostigen. Mijn grootvader had als Heer van Haringcarspel vooral oog voor de culturele en de natuurwaarden van Haringcarspel en wat dat betreft treed ik graag in zijn voetspoor. Omdat ik de rechtsopvolger ben van de Heren die tot 1922 het collatierecht voor deze kerk hebben uitgeoefend (en ik mij ook een beetje met de restauratie mocht bemoeien) heb ik nu de eer en de grote vreugde kerkenraad en gemeentebestuur te feliciteren met het prachtigde resultaat. Succes heeft vele vaderen, maar ik noem er slechts twee: de heer Rick de Ruiter, de geestelijke vader van het restauratieplan en de koster, de heer......., wiens ijveren voor Gods huis de grootste bewondering verdient. Ik durf hopen dat de prachtige restauratie van de interessante wapensteen van de Heer en Vrouwe van Haringcarspel de belangstelling voor de locale geschiedenis een stimulans zal geven, want dat is immers wat de Historische Vereniging beoogt. 

C.H.P. Keesom, Heer van Haringcarspel